De boerderij van Cornelis van den Berg in de 19e eeuw.(1826-1901)
Hij was mijn overgrootvader.Hij trouwde op 22 jarige leeftijd met een weduwe waardoor hij in één keer vader werd van 8 kinderen.!Bij deze vrouw kreeg hij nog eens acht kinderen, (onder wie mijn grootvader Reinier) waardoor hij vader werd van 16 kinderen. Van hen zijn er 14 boer of boerin geworden. Vier van deze kinderen zijn hieronder afgebeeld. In 1937 is deze boerderij afgebrand. Nu staat er een moderne boerderij.
Zusters van mijn grootvader. Van links naar rechts:Elsje van den Berg, (ongehuwd) , Grietje van den Berg gehuwd met Pieter Naaktgeboren, Martha van den Berg gehuwd met Jacob Quartel en Elisabeth van den Berg gehuwd met Cornelis Molendijk
Aantekening Het kleine meisje vooraan is Martha Molendijk, het dochtertje van Cornelis Molendijk en Elisabeth van den Berg, de zuster van mijn grootvader Reinier
De meeste mensen zijn nieuwsgierig naar hun voorgeslacht. Ze willen graag weten waar ze oorspronkelijk vandaan komen. Wat deden hun voorouders? Waar woonden ze? Ik vind het boeiend om hier enkele dingen uit ons voorgeslacht te vertellen, die mij frappeerden en die misschien ook voor anderen interessant kunnen zijn. Er is nog zoveel te vinden! De naam Van den Berg herinnert ons aan de strijd tegen het water en aan het feit dat velen heel vroeger gingen wonen op een hoogte, een soort heuvel langs de rivieren Later ging men die hoogten verbinden en ontstond er een soort lintbebouwing. Bij de naam Berg, moeten we dus niet denken aan een berg in Zwitserland, maar aan een verhoging, een soort terp dus. Moeten we soms denken aan een zekere tegenstelling.? Er waren vele zwervende polderwerkers, die geen vaste verblijfplaats hadden maar wa met een vlot of scheepje tevreden moesten zijn.. Het waren andere lui dan die “van den berg”afkomstig waren. Ik weet het niet. Wel is het woord ‘berg’ mannelijk, dus werd het niet “van de’, maar “van den”.Voorzover wij kunnen terug gaan in de geschiedenis zijn ze bijna allen boer geweest.Bij nauwkeurig onderzoek blijken wij afstammelingen te zijn van een zekere Heyndrick Pieterse Van den Bergh (1613 ?-1657) uit Stad aan’t Haringvliet. Achter zijn naam staat ( cuyper).Hij was waarschijnlijk geen boer maar kuiper, dat is een tonnenmaker voor het opslaan van vis uit het Haringvliet Waarschijnlijk is zijn nageslacht bij verhuizing naar de drooggelegde polders bij Den Bommel vertrokken en boer geworden.Nu hebben we een verhaal gevonden dat vertelt dat de grootvader van deze Hyndrick Pieterse in de 16e eeuw getrouwd geweest zou zijn met de zuster van Prins Willem van Oranje.Omdat hij niet bereid was de prins te helpen in zijn strijd tegen Filips van Spanje zou hij in ongenade gevallen zijn. We hebben dit niet kunnen verifiëren. Het is in ieder geval een mooi verhaal.
Stad aan’t Haringvliet heet wel stad, maar het is nu nog steeds een klein dorp.Het is een trekpleister voor watersportliefhebbers. De Hervormde Kerk aan de Nieuwstraat waar mijn eerste bekende voorvader gedoopt is staat nog steeds op dezelfde plek. Hij is wel enkele keren gerenoveerd.Deze voorvader over wie ik hierboven al vertelde heet:
A Heyndrick Pieterse Van den Bergh, geboren in Stad aan ’t Haringvliet op 13 december 1613 ?.Hij was gehuwd met Reiniersd.Jannetje in 1642 in stad aan ’t Haringvliet. Aantekeningen: de naam Hendrik schreef men vroeger ook zo Heyndrick. Misschien is dat de reden dat men tegen Hendrik ook Hein zei. Zijn voorgeslacht zal hoogst waarschijnlijk niet in Flakkee geboren zijn, want de polders waar Den Bommel uit bestaat zijn in de 16e en 17e eeuw ingedijkt.Zijn zoon trad in 1668 in het huwelijk. Zijn zoon was.:
B.1 Reynier Van den Bergh, geboren in Stad aan het Haringvliet, 16 augustus 1643, gestorven in Den Bommel in 1685.
Aantekeningen:Deze eerst bekende Reynier mist zijn moeder als hij nog geen 10 jaar oud is en zijn vader als hij 14 jaar is.Hij trouwt op 13 oktober in Den Bommel. We nemen aan dat hij toen ook verhuisd is naar Den Bommel Wat zou daarvan toch de reden zijn geweest? Vermoedelijk dezelfde reden als die van veel boeren uit Friesland en Groningen die naar de Noord-Oostpolder zijn verhuisd. In de tijd waarin deze Reynier leefde vonden er bij Den Bommel enkele indijkingen plaats waardoor nieuw land werd gewonnen. Toch bleven Goeree en Flakkee nog lange tijd van elkaar gescheiden als twee grote eilanden. De boeren kregen toen veel meer levensruimte.Het zal pas zijn kleinzoon Reynier zijn (geboren 1699) die de grote oversteek over het Haringvliet zal doen om zich in ’s Gravendeel te vestigen.
C 1.1. Heyndrick Van den Bergh, geboren in Den Bommel op 18 jannari 1670 gestorven in Den Bommel in 1721. Gehuwd met Neeltje Frederiks Trompert, op 11 september 1695. Aantekeningen: Uit dit huwelijk werden 4 kinderen geboren, Wijntje, gedoopt 17/6/1696, Jannetje, ged. 22/1/1698,Frederik, ged. 4/6/1702 en natuurlijk Reynier, gedoopt 1/11/1699. Van deze Reynier stammen wij af. Hij is onze gemeenschappelijke voorvader.
D.1.1 1 Reynier Van den Bergh, geboren in Den Bommel, werd op 1 nov.1699 gedoopt De kerk waar hij gedoopt is, bestaat nog steeds in Den Bommel. Het is deze Reynier die in 1725 naar ’s Gravendeel kwam met attestatie uit Den Bommel. Tot de dood van zijn tweede vrouw Cornelia Saarloos in 1758 is deze Reynier in ’s Gravendeel afwisselend diaken en ouderling geweest. Uit kerkenraadsverslagen weten we hij dat jaren lang een leidinggevende figuur is geweest.Vier jaar na de dood van Cornelia stierf hij in Den Bommel op 18 februari 1762.Hij is twee keer getrouwd geweest. Zijn tweede vrouw Cornelia Ariense Saarloos is onze gemeenschappelijk ‘voormoeder’ Hij trouwde op 23 december 1725 in ‘sGravendeel met Ariaentie Buterboers en in 1730 huwt hij zijn tweede vrouw Ariense Saarloos van wie wij afstammen.
Aantekeningen
De eerste en de tweede vrouw van deze Reynier van den Bergh waren wellicht goede vriendinnen.Ze hebben in ieder geval beiden in het zelfde jaar op 29 maart 1723 (dus twee jaar voor het huwelijk van Ariaentje) belijdenis gedaan in de Hervormde kerk. Reynier moet dus tijdens zijn eerste huwelijk Cornelia Saarloos al goed gekend hebben. Als deze Reynier met Cornelia trouwt heeft hij als jonge man al ontzettend veel meegemaakt.Twee jaar na zijn eerste huwelijk moet hij al een testament opmaken met het oog op zijn doodzieke vrouw, die met bed en al de kamer van de schepenen wordt binnengedragen.(1727).Zie het verslag hieronder. Ze hebben dan twee kinderen van wie de ene (Neeltje) nog maar een paar maanden geleden is geboren. Tijdens de ziekte van Ariaentie zal Cornelia deze eerste vrouw van Reynier vaak bezocht hebben.Cornelia zal haar ook wel voorgelezen hebben uit de bijbel, want Cornelia had wel lezen en schrijven geleerd en Ariaentie niet als de meeste meisjes in die tijd .Zij moest een ‘hantmerck)zetten bij de notaris. Op die manier zal deze Reynier ook Cornelia hebben leren kennen en waarderen.Als Ariaentie sterft in 1728 (en in de jaren 1729 en 1730 ook nog twee jonge kinderen van Reynier en Ariaentie), moet het voor Reynier een uitkomst zijn geweest om in 1730 in het huwelijk te mogen treden met Cornelia. Zij zijn 28 jaar lang gelukkig getrouwd geweest en zij zal Reynier in die periode tot grote steun geweest zijn bij zijn werk eerst als diaken en later nog jaren lang als ouderling van de Hervormde Kerk van ’s Gravendeel. Het is opmerkelijk hoeveel oud-Vlamingen van zijn zijn kerk lid waren. In de kerkenraadverslagen komen wij namen tegen als Vlaming, van Gent, van Antwerpen, van Bruggen van Ieperen en St Nicolaas. Deze namen herinneren ons aan de Hugenoten die uit Frankrijk verdreven waren en zich in Vlaanderen gevestigd hadden en zich genoemd hadden naar de plaatsen waar zij gastvrij onthaald werden. Later werden zij ook uit Vlaanderen verdreven van wege hun geloof en omdat er door de vele bedijkingen van de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden veel arbeidskrachten nodig waren, hebben zij zich juist dáár gevestigd. Ook het voorgeslacht van mijn overgrootmoeder Francien Moret ( geb. 1837) is door de vervolging in Frankrijk naar ’s Gravendeel uitgeweken.Zie haar foto bij Vaders dagboek (1914-1916) Het is mij ook opgevallen dat deze Reynier zijn ambt onmiddellijk na de dood van zijn geliefde Cornelia heeft neergelegd.Op 4 januari 1758 overlijdt Cornelia.Zij heeft de bruiloft van haar zoon Hendrick met Cornelia Schipper in 1760 niet meer mee mogen maken.Na het overlijden van zijn tweede vrouw Cornelia Saarloos heeft Reynier nog 4 jaar geleefd. Hij sterft op 63 jarige leeftijd in 1762.Hij heeft dus zowel de bruiloft van zijn zoon Hendrik als de geboorte van zijn kleinzoon Reinier nog meegemaakt maar zonder zijn geliefde Cornelia. In de Hervormde kerk van ’s Gravendeel werd toen nog steeds gezongen uit de psalmberijming van Datheen! De’nieuwe berijming’ kwam pas in 1773. Zijn jongste zoon Joost is erfgenaam geworden van “het huys en Erve, staande ende geleegen op deesen dorpe sgravendeelop den hoek van den korten Kerkstraat Zijn zoon Hendrik van wie wij afstammen is in 1819 overleden op 86 jarige leeftijd en zijn kleinzoon Reinier in 1842 op 81 jarige leeftijd. Zij hebben dus voor die tijd een zeer hoge leeftijd bereikt Maar over hen zal ik in dit verslag nu niet schrijven. Ik wil wel nog het een en ander vertellen uit het leven van genoemde Reynier aan de hand van akten
Het is zoals ik al vertelde deze Reynier geweest die in 1725 de oversteek waagde over het Haringvliet en naar ’s Gravendeel kwam met belijdenisattestatie.Daar leerde hij een aardig meisje kennen en daar is hij al vrij spoedig getrouwd. Lang is hij niet getrouwd geweest.Al in het jaar 1727 verschijnt hij voor de schout en schepenen in ’s Gravendeel om een testament op te maken.De aanleiding daarvoor was de ziekte van zijn vrouw.Ze was al enige tijd bedlegerig en om een testament op te maken werd zij met bed en al de kamer van de notaris ingereden. Stel je voor!
Het stuk dat toen is opgemaakt ligt nu voor me.Wat mij allereerst opvalt in dit document is het keurige handschrift en het heel andere, wat ouderwetse taalgebruik. Een klein gedeelte neem ik over en daarna geef ik enig commentaar.
In den Name des HEEREN Amen. Op heyden den Agtienden Desember seventien hondert en seven en twintigh compareerde(=verscheen) voor ons Wouter Janse vander giese en Frans van Waardenburgh schepenen van sgravendeel ende Leerambaght in presentie van de daargenoemde getuijgen den eersamen Reijnier Heyndrickse van den bergh ende de eerbare Arijaantje Arijense boterboer egte man ende vrouw wonende alhier. De eerste cloeck ende gesont zijnde ende laatste zieckelijkck te bedde liggende noghtans haer verstant, Reden en memory volkome besittende en gebruyckende zoo ons schepenen bleek genegen zijnde van hare tijtlijcke goederen haer van godt Almaghtigh op deze Aarde verleent te disponeeren (verleend om erover te beschikken), Doodende en te niet Doende.
Het is mij opgevallen dat in dit document Reynier en de beide schepenen(=soort wethouder) van ’s Gravendeel wel ondertekenen, maar zijn vrouw als ‘testateure’ niet en evenmin de beide getuigen die genoemd worden.Waarschijnlijk konden zij niet schrijven en konden zij volstaan met het zetten van een kruisje (een eygen Hantmerck)
Verder viel mij in het contract op, dat godsdienst in die tijd een publieke zaak was. Het bovenstaand document begint zoals een preek nu vaak eindigt. ( met Amen)
Zeer veel mensen konden in de zeventiende eeuw niet schrijven.Ze moesten als kinderen werken op het land en van het naar school gaan kwam daardoor weinig terecht. In ‘s Gravendeel was de predikant, schoolmeester, koster en klokkenluider tegelijk. In 1595 was er al een dominee in het dorp, maar het onderwijs was toen nog heel mager.Dominee moest zoveel doen! Hij moest toen ook de kerk schoonmaken en ook nog lesgeven! Dat deed de dominee in het kerklokaal . Hij was ook nog legerpredikant voor de troepen van de “Grafelijkheid” die aan het Hollands diep waren. Het kerkgebouw was toen nog heel eenvoudig.De nieuwe kerk kwam er in 1637. Toen Reynier van den Bergh uit den Bommel voet aan wal van de Kil zette, bestond die kerk er dus al ruim zestig jaar.
Op 29 december het jaar 1738 verscheen voor de schout en schepenen van ’s Gravendeel weer dezelfde Reynier van den Bergh en aan zijn zijde bevond zich toen zijn tweede vrouw Cornelia Ariense Saarloos. Ze verschijnen op de secretarie om hun testament te laten opmaken.Het is hierbij niet zo dat de langstlevende alles erft, maar “sterft de testateur vóór zijn vrouw dan komt alles aan zijn kinderen, uit het 1e en het 2e huwelijk en aan zijn vrouw voor een kindsgedeelte Van dit echtpaar stammen wij af via hun zoon Heyndrick. Naast de naam Reinier komt de naam Hendrik, of Hein heel vaak voor.